Artikelen © Diana Vernooij 2013

terug naar Artikelen

Bouwen aan een cultuur van vrede door verzoening vanuit een christelijk religieus perspectief

Esther Mombo, Engelse titel: Reconciliation and peace

Uit: Mary N. Getui and W. Musyoni (eds.) ‘Overcoming Violence: A Faith Based Response’, Nairobi: National Council of Churches of Kenya 2004, p. 144.

  • Denk niet dat ik gekomen ben om op aarde vrede te brengen. Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard. (Matteüs 10:34)

  • Ik laat jullie vrede na; mijn vrede geef ik jullie, zoals de wereld die niet geven kan. Maak je niet ongerust en verlies de moed niet. (Johannes 14:27)

  • Dit alles is het werk van God. Hij heeft ons door Christus met zich verzoend en ons de verkondiging daarover toevertrouwd. Het is God die door Christus de wereld met zich heeft verzoend: hij heeft de wereld haar overtredingen niet aangerekend. En ons heeft hij de verkondiging van de verzoening toevertrouwd. (2 Korintiërs 5:18-19)

  • …en door hem en voor hem alles met zich willen verzoenen, alles op aarde en alles in de hemel, door vrede te brengen met zijn bloed aan het kruis. (Kollossenzen 1:20)

    Opbouwen van een cultuur van vrede en verzoening

    Vrede en verzoening hebben een centrale plaats in Gods plan voor de schepping en in het werk van Christus in dat plan. De exegetische context van de passages die ik hierboven citeer valt buiten het bestek van deze bijdrage maar omdat dit artikel gaat over het bouwen van een cultuur van vrede door verzoening vanuit een christelijk perspectief, is het belangrijk om ons als christenen door de Schriften te laten leiden. Dat het huidige decennium 2000-2010 tot Decennium voor een Cultuur van Vrede en Geweldloosheid is verklaard, betekent dat we erkennen dat er de afgelopen decennia veel geweld was, ongeacht de religieuze overtuiging of de afkomst van de mensen.
    De christelijke godsdienst was aanvankelijk gekant tegen de oorlog en stond alleen met tegenzin militaire dienst toe. Later nam het christendom daar niet alleen afstand van maar werkte ook een theorie uit om oorlog te rechtvaardigen en uiteindelijk verdedigde het christendom ook het gewapend conflict en nam er zelfs het initiatief toe. De middeleeuwse kruistochten waren de christelijke heilige oorlog. Men probeerde om Christus' vrede in de wereld te bereiken door te vechten tegen zijn vijanden, de heidenen. Het doden van een vijand van Christus wordt hem winnen voor Christus, net zoals het sterven voor Christus het winnen van jezelf voor Christus is (1). Zo werden de voorwaarden voor een rechtvaardige oorlog, die bedoeld waren om het teveel aan geweld te beteugelen, aanzienlijk uitgebreid in confrontaties met ongelovigen.
    Afrika is, als continent, getuige geweest van grof geweld in de laatste decennia van de twintigste eeuw. Grote delen van zijn politieke kaart kregen vorm op de conferentie in Berlijn van 1885. Daar was geen Afrikaan bij, op die conferentie! Politieke grenzen doorsneden etnische territoria, verdeelden sommige groepen tussen twee of drie landen en wierpen ze op een hoop met oude vijanden die nieuwe burgerlijke landgenoten werden. De resultaten waren tragisch voor Afrika. Etnische rivaliteiten ontspoorden regelmatig in burgeroorlogen, die de kostbare menselijke potenties van deze landen verspilden. Er zijn zeventig staatsgrepen tegen Afrikaanse regeringen geweest in de eerste dertig jaar van de onafhankelijkheid.(2)

    Heilige oorlog

    Hoe kunnen we over het opbouwen van een cultuur van vrede door verzoening in onze tijd spreken? Paradoxaal genoeg wordt de positieve term vrede vandaag de dag gebruikt in de negatieve zin van afwezigheid van conflict of beëindiging van oorlog. Tegelijkertijd wordt de negatieve term oorlog positief omschreven, zoals wellicht het geval is met de Amerikaans-Britse as die oorlog wil voeren tegen Irak in het belang van de vrede. Dus, in onze tijd is het positieve negatief geworden en de negatieve is positief geworden! Maar dit is niet het geval in de Bijbel. In de Bijbel, vooral in het Oude Testament, is vrede (shalom) een positief concept. Het betekent welzijn, welvaart en integriteit. Het moderne concept van vrede = ‘geweldloosheid’ als hoogste goed en het Hebreeuwse begrip van vrede als ‘volheid van zijn’ komen uit twee verschillende wereldbeelden.
    In het oude West-Aziatische geloofssysteem verscheen vrede als gevolg van een positieve relatie met de goden. Zijn primaire functie was om de kosmische orde vast te stellen en te onderhouden. Omgekeerd had wat in de kosmische orde gebeurde, invloed op de alledaagse orde. In het Oude Testament wordt vrede beschreven op verschillende manieren. Ten eerste betekent vrede welzijn, dat wil zeggen fysieke gezondheid, economische zekerheid en juiste verhoudingen met anderen. Het moet onderhouden en bewaard worden als deel van de universele orde. Ten tweede is vrede meer dan alleen maar voldoen aan een semi-eeuwige wet die overeen komt met een kosmische wet en sociale orde. Het is eerder een geschenk van een persoonlijke God die tussenbeide komt namens zijn uitverkoren volk. Ten derde: vrede is gebonden aan voorwaarden. Het is een geschenk van God en kan alleen volledig worden gerealiseerd door gehoorzaamheid. Vrede is niet het resultaat van een toevallige houding of een natuurlijke noodzakelijkheid. Integendeel, het is het resultaat van een convenant, het effect van een persoonlijke relatie tussen God en zijn volk. Om de vrede te genieten moet Israël 'vrede maken’ door zich aan zijn deel van het verbond te houden. Vrede is dus een veelomvattende term. Het betekent niet alleen wel-zijn maar ook wel-doen. (Jesaja 32:17)

    In de praktijk en ideologie echter, was Israël een oorlogvoerend volk. Het begrip 'heilige oorlog' was in de eerste plaats in Israël aanwezig omdat God werd gezien als vechtend voor Israël. Daarnaast streed Israël voor God, voor de verdediging van de Jahwistisch geloof. Uitdrukkingen als 'Gods legers,' 'Jahwehs oorlogen' en 'Jahwehs vijanden' laten zien hoe God streed voor Israël. En Israël raadpleegde op haar beurt Jahweh, voordat zij ten oorlog trok, voerde rituele zuiveringen uit en sprak vloeken uit over de vijand. Het lijkt erop dat er een organische band was tussen het Jahwisme en oorlog, tussen het besef van Jahweh's mensen te zijn en de legitimering en zelfs heiliging van conflicten. Deze link helpt ons te begrijpen wat op het eerste gezicht een tegenstelling lijkt tussen het visioen van totale vrede en een verheerlijking van de oorlog.

    In dit geval ziet men dat er een dialectiek aan het werk was, die twee dingen veronderstelt. Ten eerste is er een groep die zichzelf identificeert als de enige drager van vrede en als het instrument bij uitstek voor het bereiken van die vrede. Ten tweede moet deze groep een ander identificeren als de enige of voornaamste obstakel voor het bereiken van vrede. Met andere woorden, er is een tegenstelling tussen goed en kwaad, belichaamd in twee duidelijk afgebakende groepen: de groep die binnen hoort en die aan de kant van het goede staat en daarom alle rechten bezit, en de groep die buiten staat, aan de kant van het kwaad, en die moet worden aangevallen. Het resultaat is de paradoxale situatie van een absolute rust die oorlog genereert. Vandaar het gezegde: als je vrede wilt, maak oorlog. Dit zou dezelfde logica in het christendom kunnen zijn om oorlog te rechtvaardigen.

    Vrede als shalom

    Terwijl in het Oude Testament vrede voortkomt uit rechtvaardigheid (gerechtigheid) – om vrede te verkrijgen dien je rechtvaardigheid te praktiseren (Jesaja 32:17) – wordt in het Nieuwe Testament rechtvaardigheid zelf een probleem. De vraag van het Nieuwe Testament is niet hoe rechtvaardigheid te verkrijgen. Rechtvaardigheid is niet iets wat we zelf op de wet hebben gebaseerd, maar het is iets dat komt door het geloof in Christus (Fil. 3:09). Vrede als shalom, de redding van allen is nog steeds een punt van zorg, maar nu komt het probleem van de rechtvaardigheid, als de sleutel tot vrede, naar voren. Deze accentverschuiving in het Nieuwe Testament is niet in tegenspraak met het Oude Testament, maar voltooit deze zowel in logica als in inhoud.
    Een van shaloms onderscheidende kenmerken is zijn voorwaardelijk karakter: als je recht doet, zal je vrede hebben. Wat hier voorwaardelijk is, is niet het verband tussen gerechtigheid en vrede, dat is absoluut, maar de realisatie van gerechtigheid. Israël had niet de keuze tussen het wel of niet willen van rechtvaardigheid. Maar de aanwezigheid of afwezigheid van die wil was wel het gevolg van een keuze. Het obstakel voor vrede was dus niet iets buiten Israël. Jahwehs vijand was niet de tegenstander, maar de vijand zit in Israëls hart om al dan niet te kiezen voor rechtvaardigheid. Dus, een heilige oorlog representeert het radicale misverstand van de logica van shalom. Het obstakel voor vrede externaliseren in de vijand vernietigt het verbond. Het zich identificeren met gerechtigheid en vrede omdát men behoort tot het volk van God, is een illusie. Het resulteert in een valse zekerheid die besluitvorming negeert als fundamentele optie, en terugzinkt in een logica, waarin mensen goed zijn vanwege hun verkiezing en niet om hun vrije keuze.

    Het Nieuwe Testament completeert inhoudelijk het Oude Testament. Omdat het vroege Israël rechtvaardigheid ten onrechte zag als een aangeboren gegeven, zag Israël (het jodendom) volgens Paulus later rechtvaardigheid als iets dat verworven werd, als verdienste in Gods ogen. Zo wordt het verbond gereduceerd tot contract, en rechtvaardigheid tot een contractuele onderhandelingspositie.

    In het Nieuwe Testament is rechtvaardigheid echter een geschenk. Het is vergeving. Het nieuwe verbond is opgericht in een daad van vrede die noch shalom, noch geweldloosheid is. Het is in plaats daarvan Gods aanbod van vriendschap aan mensen die, bewust of onbewust, rechtvaardigheid hebben verworpen. Het is vrede als verzoening, van het soort 'vrede maken’ dat niet beperkt is tot het neerleggen van de wapens, maar dat een nieuwe relatie creëert waarin mensen in staat worden gesteld om recht te doen.

    De vrede van het Nieuwe Testament is die vrede, die rechtvaardigheid bewerkt zodat rechtvaardigheid vrede kan bewerken. Dit is niet een vicieuze cirkel. Vrede heeft een dubbele betekenis: verzoening gegeven door God en welzijn in heel zijn volheid. Rechtvaardigheid is de vrucht van de eerste en de oorzaak van de tweede. Het creëert de nieuwe persoon als bemiddelaar tussen Gods handelen en de identiteit van de wereld.

    Men kan geen nieuwe wereldorde scheppen zonder het opnieuw scheppen van een orde onder de mensen, net zoals men de wereld niet naar zijn volheid kan brengen zonder alle mannen en vrouwen naar een nieuwe vriendschap te brengen. Totale rust en contractuele vrede beschouwt de ander als de vijand terwijl verzoenende vrede ernaar streeft om de andere in een vriend te veranderen. In de zaligsprekingen zegt Jezus: 'Zalig de vredestichters want zij zullen kinderen van God genoemd worden’.(3)

    De vredestichter stemt in met het uiteindelijke doel van de nog niet gerealiseerde totale rust, maar stemt er niet mee in zichzelf te identificeren met het recht en zichzelf te zien als enige drager van vrede. De vredestichter stemt ook in met een pessimistische antropologie door verdeeldheid en vijandschap de facto als uitgangspunt te nemen, maar onderscheidt zich door deze conditie niet als onoverkomelijk te beschouwen. De vredestichter weet dat mannen en vrouwen niet goed of kwaad zíjn maar geroepen zijn om te kiezen uit goed of kwaad, dat men niet eens en voor altijd vriend of vijand is, maar zichzelf vriend moet maken.(4)

    Verzoenende vrede is zichzelf tot een vriend maken en de andere als potentiële vriend beschouwen; het overwinnen van de vijand in mij, zodat de ander door het zien van mijn uitgestoken hand een vijand kan overwinnen. Dit is het soort vrede waar de mensen aan zouden moeten werken, omdat het nog niet is gerealiseerd.

    Verzoening

    De Bijbel, en dan vooral het Oude Testament, gebruikt het woord verzoening niet, zelfs niet impliciet. In tegenstelling tot de vrede die we hierboven meer te zien hebben gekregen in het Oude Testament, lijkt verzoening de sleutel in het merendeel van de brieven van Paulus te zijn. Uit de teksten geciteerd aan het begin van dit document, roept Paulus diverse items op die verzoening betreffen, en door ze te analyseren zijn we in staat om er lessen uit te trekken voor de aanpak van verzoening in de samenleving. Ten eerste is verzoening een daad van God, of in ieder geval wordt het in gang gezet door God. Het is God zelf die ons verzoent met zijn eigen zelf. Het is niet een menselijke prestatie. Verzoening is dus niet een proces dat we in gang zetten of bereiken, maar we ontdekken dat zij al actief is in God door Christus.
    “Dit alles is het werk van God. Hij heeft ons door Christus met zich verzoend en ons de verkondiging daarover toevertrouwd. Het is God die door Christus de wereld met zich heeft verzoend: hij heeft de wereld haar overtredingen niet aangerekend. En ons heeft hij de verkondiging van de verzoening toevertrouwd.” 2 Korintiërs 5:18-19
    Paulus gebruikt de beeldspraak van vijandschap en vriendschap, die in zijn tijd verbonden is met het gebruik van het begrip verzoening, om onze verhouding tot God uit te leggen.

    Dit brengt mij tot het tweede punt met betrekking tot verzoening, dat is de dood van Christus. Dood aan het kruis was een zeer schandelijke en vernederende dood in de dagen van Paulus. Dit middel van verzoening brengt ons niet alleen tot de grens van het menselijk bestaan, het neemt ons mee naar het hart van geweld. Christus’ afdaling naar de doden geeft een ander beeld van het gaan naar de grenzen, een die meer de gevolgen van het geweld toont, dan het directe contact met geweld.
    Het derde aspect van de verzoening is het bloedvergieten. Bloed is een paradoxale metafoor in de Hebreeuwse Geschriften. Het is een symbool van zowel het leven als de dood. Als hij schrijft over verzoening ontwikkelt Paulus ook het paradoxale karakter van het kruis. (I Kor 1:18, Phil 3:18). Het paradoxale karakter van het symbool bemiddelt de overgang van dood naar leven in het verzoeningsproces. De symbolen maken het mogelijk om geweld, lijden en dood op een stevige manier te erkennen, maar bieden ook de middelen om deze te overwinnen. Ze ontsnappen niet aan de confrontatie met geweld, en zij raken er ook niet hopeloos in verstrikt. Ze bieden een voertuig om geweld te overwinnen en overstijgen, en bereiden zo de basis van verzoening voor.

    Voor Paulus zijn de dood, het kruis en het bloed van Jezus krachtige symbolen voor verzoening. Ze bevatten rijke en betekenisvolle aspecten die onderling strijdig of zelfs met zichzelf in tegenspraak lijken, maar worden in een conceptueel netwerk bij elkaar gehouden, dat zinvol is de verzoening van de mensen verzoening tot God.

    Paulus past zijn verzoeningsleer toe in de manier waarop hij omgaat met verzoening van de joden met de heidenen. De joden die het uitverkoren volk van God zijn, kregen de reddende boodschap van Jezus aangeboden, maar de meeste hebben ervoor gekozen om die boodschap te verwerpen. Deze zogenaamde vrienden van God lijken de vijanden van God geworden en zij die leefden in de grootste vijandschap verzoenden zich met God.

    Los van hoe God joden en heidenen verzoent, en hoe God het oude en het nieuwe verbond verzoent, weerspiegelt de Paulinische literatuur een andere aanpak. In deze aanpak is niet de relatieve prioriteit van jood of heiden in het geding, maar God die een volk maakt uit joden en heidenen. Dit is duidelijk in Efeziërs en Kolossenzen, brieven die misschien niet door Paulus zijn geschreven maar nog steeds de stempel van zijn theologie dragen (zie bijvoorbeeld Efeziërs 2:12-16 en Kolossenzen 1:22-23). Van deze inzichten kunnen we afleiden dat verzoening geen eenvoudige taak is in samenlevingen waarin geweld en onderdrukking hebben geheerst. Het is een ingewikkelde en uitdagende taak. Maar uit de bijbelse passages kunnen we lessen trekken voor dit Decennium voor een Cultuur van Vrede en Geweldloosheid. In ieder geval geeft de Paulinische theologie van verzoening tussen joden en heidenen een kader voor verzoening tussen verschillende groepen.

    Lessen voor het bouwen aan vrede door verzoening

    Uit bovenstaande beschrijvingen van wat vrede en verzoening zijn, kan men inzichten verwerven voor het bouwen aan vrede door verzoening. Van het begrip vrede is het belangrijk om te beseffen dat vrede in de moderne tijd niet wordt opgevat als shalom, als volheid en harmonie, maar slechts als geweldloosheid, de afwezigheid van oorlog. Wat vandaag bestaat is contractuele vrede, wat gegroeid is uit christelijke oorlogen die het Christendom verdeelden. Dit soort vrede is onbevredigend omdat het beperkt is in haar reikwijdte en niet gestoeld is op een oprechte wil tot vrede. Dit type vrede is puur tactisch, instrumenteel. Het is gericht op de verdediging van de eigen belangen tegen de dreiging die van anderen komt. De onderliggende motivatie voor oorlog blijft en deze oorlogszuchtige geest onderwerpt zich aan vrede zonder echte bekering. Hoewel dit het soort vrede is dat we zien, is het niet duurzaam. In dit Decennium voor een Cultuur van Vrede en Geweldloosheid is vrede nodig als verzoening.

    Misvattingen rond verzoening
    Verzoening wordt verschillend geïnterpreteerd en is soms verkeerd begrepen. Zo wordt het gezien als wapenstilstand, overhaaste vrede, een quick-fix oplossing, een te managen proces, etc.

    Misvatting 1: Quick fix en overhaaste vrede
    De verzoening van de Paulinische geschriften is niet een overhaaste vrede, waar van de slachtoffers wordt verwacht om heel snel hun pijnlijke verleden los te laten. Dit soort quick-fix oplossing brengt schade toe aan het slachtoffer en helpt de daders van geweld niet om zich te beseffen wat ze hebben gedaan. Maar heel vaak wordt tot een quick-fix verzoening opgeroepen, ofwel door de daders of door degenen die buiten de geweldssituatie staan. James Cone in dit verband heeft opgemerkt:
    “Dergelijke oproepen tot verzoening bagatelliseren en negeren niet alleen het lijden dat Afro-Amerikanen hebben ondergaan, maar ze negeren ook de bron van het lijden, namelijk dat zij die Afro-Amerikanen onderdrukken en geweld plegen van een en dezelfde groep zijn: blanke mensen.(5)
    Door het negeren en bagatelliseren van een lijdensgeschiedenis, onderstrepen deze valse pogingen tot verzoening alleen maar hoe ver verwijderd de situatie nog steeds is van echte verzoening. Kerkleiders zijn vaak het slachtoffer van dit soort verzoening, omdat ze denken dat dit de christelijke opgave is. Zij hebben gelijk in het benadrukken van de vergeving, maar zij zijn onwetend over wat vergeving met zich meebrengt. Tijdens dit Decennium voor een Cultuur van Vrede en Geweldloosheid is het van belang voor iedereen die betrokken is bij het proces van verzoening om te beseffen dat het tijd vraagt om te genezen en een nieuw leven te beginnen.

    Misvatting 2: Een te managen proces
    Verzoening wordt soms gezien als een te managen proces. De hoeveelheid literatuur en cursussen over conflicten en verzoening groeit elke dag. NGO's op dit gebied worden snel gevormd.(6) In elk van de mission statements van deze groepen wordt verzoening behandeld als een te managen proces.
    In dit geval wordt verzoening verward met conflictbemiddeling en dat is een proces met als doel conflicten te verminderen of partijen te leren aanvaarden en te leren leven met de conflictueuze situatie. Verzoening wordt gezien als het resultaat van een gedisciplineerd proces waarbij een ervaren mediator helpt de strijdende partijen de items van het conflict te herkennen als verschillende belangen en waarden waarover moet worden onderhandeld.(7)

    Verzoening wordt zo een proces van onderhandelen waarbij van beide partijen wordt verwacht dat zij een paar belangen opofferen om een einde te maken aan het conflict. In dit proces wordt erkend dat beide partijen legitieme belangen hebben, terwijl niet gelijktijdig aan alle belangen kan worden voldaan. Dus moet er afgewogen worden en dat vereist dat beide partijen iets opgeven, opdat het conflict niet opnieuw zal oplaaien. Dit is een vertrouwd model bij geschillen tussen partijen, contractonderhandelingen tussen werknemers en werkgevers, en bij de coalitievorming bij overheidsinstellingen.(8)

    Verzoening zien of behandelen als een te managen proces, houdt de erkenning in dat mensen in conflict kunnen komen als zij hun legitieme belangen en waarden proberen te behouden. Tegelijkertijd kunnen deze belangen en waarden hen hopeloos in conflict brengen met elkaar. Zo gaan de managers van het proces ervan uit dat er in het conflict aan alle partijen een minimale vorm van menselijke waardigheid moet worden toegekend, zodat de eisen van de partijen serieus kunnen worden genomen. Deze benadering veronderstelt dat verzoening niet een snel proces is, en dat aan bepaalde voorwaarden moet worden voldaan opdat het conflict niet opnieuw oplaait.
    Maar verzoening als een te managen proces mislukt omdat we niet tot verzoening komen, vooral niet in de diepe en complexe situaties zoals hierboven beschreven. Het is God die verzoent. Dit zeg ik niet om een houding van berusting te propageren in het aangezicht van het geweld of een houding van fatalisme te midden van politieke onderdrukking. Ik zeg dit veeleer om de enorme omvang van de taak van verzoening te erkennen in situaties waar de sociale orde radicaal en drastisch is verstoort.
    De managers benadering van verzoening reduceert verzoening tot een technische rationaliteit. Het wordt een vaardigheid door te leren omgaan met een management¬probleem. Maar verzoening is niet een vaardigheid om je eigen te maken. Het is eerder een bepaald soort kracht die je kunt ontdekken. Het is een houding die je aanneemt tegenover een gebroken wereld in plaats van een middel om die wereld te herstellen. Of om het in meer theologische termen te zeggen: verzoening is eerder spiritueel dan strategisch.

    Om verzoening te kunnen zien als een vorm van technische rationaliteit, een vaardigheid of know-how is het nodig verzoening te reduceren tot die vorm die het aanneemt in een bepaalde cultuur. Om een complex proces, zoals verzoening, te reduceren tot een louter technische rationaliteit is weliswaar een teken van respect in een technologierijke cultuur, maar het devalueert het in een andere cultuur.

    Verzoening is geen overhaast proces. Het vereist respect en vaak herstel van de menselijke waardigheid. Neem bijvoorbeeld het geweld in het huis. De echtgenoten die gewelddadig naar elkaar zijn geweest mogen niet gedwongen worden tot het gedogen van geweld, of gedwongen om elkaar te vergeven en met elkaar te leven omwille van het handhaven van de status quo of omdat het 'christelijk' zou zijn.(9)

    Verzoening

    Verzoening is geen snel in te zetten proces en geen te managen proces. We vinden in de Paulinische geschriften een andere invalshoek om vanuit te gaan tijdens dit Decennium voor een Cultuur van Vrede en Geweldloosheid. In bittere situaties van geweld, kunnen de slachtoffers zich terecht afvragen hoe zij degenen die hen en de maatschappij hebben geschonden zouden kunnen vergeven. Want zo staat het in de maatschappij van vandaag de dag, en we kunnen deze vragen horen, vooral in Kenia met de onthullingen van de martelkamers van Nyayo House. En het is belangrijk dat deze dingen aan het licht worden gebracht. De effecten zouden een maat moeten kunnen zijn hoe om te gaan met de woede en bitterheid die voortkomt uit onthullingen. Bij verzoening is, volgens Paulus, de vraag niet hoe men kan vergeven, maar hoe de slachtoffers van geweld de genade van God kunnen ontdekken die opwelt in hun leven en kunnen ervaren waar dit toe leidt. Verzoening is geen proces dat wij zelf kunnen initiëren of bereiken. We ontdekken het al in God door Christus als een gekweld persoon bijvoorbeeld zegt: 'Ik vergeef hen'.(10) Hier begint het verzoeningsproces met het slachtoffer en niet met de moordenaar. Dit betekent niet dat de pijn en de woede van het slachtoffer wordt genegeerd. De woede over de pijn en ellende die zij hebben doorstaan moeten de slachtoffers kunnen uitdrukken. Dat moet hen worden toegestaan.

    De bezoeken aan de Nyayo Huis martelkamers en de reacties van de mensen, vooral van degenen die gemarteld werden, laten enkele manieren van de slachtoffers zien om om te gaan met de woede. De mensen lijken te roepen om een Waarheids- en Verzoenings¬commissie op dezelfde manier als in Zuid-Afrika een jaar of wat geleden. Maar wat deed de waarheids- en verzoeningscommissie in Zuid-Afrika? Volgens Neville Richardson: “gaf de commissie de slachtoffers een kans om hun woede te uiten en om oog in oog te staan met hun daders, om te weten wie ze waren en waarom ze deden wat ze deden. Het gaf ook de daders de gelegenheid om degenen die martelden te zien spreken.”(11) Geweld berooft zowel het slachtoffer als de dader van hun menselijkheid. In verzoening kan het slachtoffer zijn of haar eigen menselijkheid herontdekken door weer op een fundamenteel niveau te gaan vertrouwen. Dit brengt een geloof in Gods gave van menselijkheid. Het is door het opwellen van Gods genade in het verbrijzelde leven van het slachtoffer dat menselijkheid kan worden hersteld voor de daders van geweld. Er is pas verzoening, als het slachtoffer kan vergeven. De daders kunnen zichzelf niet vergeven. En die vergeving moet iets in zich dragen van de onbegrensdheid van Gods genade. We moeten niet meer ‘misdaden tellen' dan God. De enige binding voor het behoud van een gemeenschap van slachtoffers en daders, is voor de twee groepen om te leven met het verleden. De gemeenschap die ze delen bestaat alleen door een gedeelde geschiedenis.

    Omdat ik met dit artikel een bijdrage lever aan het thema: ‘Het overwinnen van geweld: een reactie gebaseerd op geloof’ wil ik het feit onderkennen dat in een interreligieuze situatie als deze, het christelijke middel van verzoening door de dood van Jezus Christus, een bron van onrust kan zijn, in plaats van rust. Maar ik zou zeggen dat er ruimte is voor verzoening door middel van dialoog. In dialoog kan men de ander niet de loef afsteken, maar men luistert naar de ander en erkent de ander. In deze zin kan er eerder dan contractuele vrede, verzoenende vrede plaatsvinden.

    Voetnoten:
    1- Margaret Deanesly, A History of the Mediaval church 590-1500, London: Methuen & Co LTd, 1969 pagina 104-116.
    2- Gifford Prossar & Roger Louis (eds.). Britain and Germany in Africa: Imperial Rivalry and colonial Rule. New Haven: Yale university Press.1967.; Roland Oliver and J. D. Fage , A short history of Africa. Harmondsworth: Penguin 1962, David Killingway ' A plague of Europeans' London: Education 1973.
    3- Matteüs 5: 9.
    4- Karen Lebacqz, Perspectives from Philosophical and theological Ethics: six theories of Justice Minneapolis: Augusburg.
    5- James H. Cone, black theology and black power NY:Seabury 1969 143-152
    6- Mary Getui and Peter Kanyandogo (eds) from Violence to Peace A challenge for African Christianity. Nairobi: Acton, 1999; Hizkias Assefa and George Wachira, Peacemaker and Democratisation in Africa, theoretical Perspectives and church Initiatives. Nairobi: EAEP. 1996.
    7- Voorbeelden hiervan zijn de twee groepen, een van Sudan die elkaar ontmoet in Machakos en de Somalische ontmoeting in Eldoret Kenya. Beide groepen komen van landen die in conflict zijn.
    8- The Mediator, Fostering Godly Peace in Africa. Nairobi: Peace building, healing and reconciliation programme. 2002
    9- Esther Mombo, 'Vumilia theology' in Anglicanism Across the World. A.Wingate, K. Ward, C. Pemberton, W. Sitshbo (eds).London: Mowbray. 1998.
    10- De woorden van Raila Odinga die een politieke gevangene was, nadat zij de Nyayo House martelkamers had bezocht.
    11- Neville Richardson, public lecture St. Paul's United Theological College Limuru. November 2002.

    Vertaling: Diana Vernooij 2013
    Bijbelvertaling: De Nieuwe Bijbelvertaling 2004